Luttelgeestelijke aan de wandel
Op 19 mei 2013, Pinksterzondag, deed ik intrede als predikant van Luttelgeest. Het was mijn eerste gemeente. Nu, ruime zeven jaar later, ben ik beroepen als predikant door de protestantse gemeente Open Hof in Rijssen. Ik heb dat beroep aangenomen en zal dus afscheid nemen van de polder.
Dat betekent een hele overgang: van de polder naar Twente – een nieuwe gemeente – nieuwe mensen – nieuwe gewoonten – nieuwe collega’s – een nieuwe woonplaats. Want terwijl ik afgelopen zeven jaar in Zwolle ben blijven wonen, zal ik nu verhuizen naar Rijssen.
Hoe neem ik afscheid van de polder?
Nou, op verschillende manieren. Een van die manieren is met een wandelproject.
Kort na de uitbraak van het corona virus ben ik begonnen met wandelen. De aanleiding om te gaan lopen ligt in het boekje Je keek te ver van Marjoleine de Vos. Ik las erover in de krant. Een klein boekje, niet meer dan 71 bladzijden. Maar groot van inhoud. ‘Bij vlagen om te huilen zo mooi’, schreef de recensent in de krant.
Ik kocht het boekje. Ik las het. En ik las het nog een keer. Een boekje om langzaam te lezen.
Marjoleine de Vos schrijft over een wandeling die zij dagelijks vanuit haar huis in het Noord-Groningse Zeerijp maakt – maar zo’n wandeling kun je op elke plaats maken, waar je ook maar woont.
Ze schrijft over leven, over zijn op de plaats waar je woont; over waarnemen (zien, horen, ruiken, tasten) en mijmeren over wat je waarneemt; over de wisseling van de seizoenen; over omgaan met verlies; over drukte in ons hoofd – al die gedachten; over taal; over het echte leven: ‘het leven op aarde. Niet te bevatten’; over verlangen naar harmonie; over het magerebrugwonder; over leven met vragen, zonder antwoorden; en over nog veel meer.
Heel vaak wordt er op aangedrongen, dat we in beweging moeten komen; als een opdracht: voor onze gezondheid. Die opdracht hoorde ik altijd wel. Maar van in beweging komen kwam toch niet zoveel terecht. Heb ik een hekel aan opdrachten? Zit daar teveel moeten in? Vind ik geen voldoening in dat ‘moeten’? Heb ik in m’n jeugd teveel opdrachten gekregen?
Toen ik Je keek te ver las, kwam er een uitnodiging naar me toe: de uitnodiging om ook te gaan lopen.
Zo komt het dat ik nu een aantal maanden vrijwel elke dag hetzelfde rondje loop: een paar straatjes door, dan de wijk uit, het fietspad tussen de weilanden door; rechtsaf om de Brinkhoek heen en dan rechts af de dijk naar Langenholte. Soms loop ik over de dijk ook weer terug, want ik houd van die dijk. Het schenkt me vreugde, wanneer ik tegen de schemer reeën tegenkom; soms een kerkuil. Andere keren loop ik na Langenholte via de wijde Aa weer terug naar huis.
Lopend in het buitengebied van Zwolle ontstond het idee voor mijn wandelproject. Als overgang naar mijn nieuwe gemeente loop ik in etappes van Luttelgeest naar Rijssen. Dat is bij elkaar zo’n honderd kilometer. Als een soort moderne pelgrim. Vijf etappes heb ik ondertussen al in de benen: Luttelgeest – Vollenhove, Vollenhove – Zwartsluis, Zwartsluis – Hasselt, Hasselt – Zwolle en Zwolle – Heino.
Al lopend denk ik wat na. Bijvoorbeeld over de zeven jaren in de polder. Wat is er gebeurd? Wat hebben we beleefd? Wat heb ik geleerd? Wat neem ik mee? Wat ga ik missen?
Bant zal ik zeker missen. Die mooie Bantsiliek. Een fijne plek om samen te komen en de lofzang gaande te houden. Al heeft die lofzang nu een andere vorm door dat akelige virus. Afgelopen jaren ben ik als in me goed herinner vijf keer voorgegaan in een viering in Bant. Ik bewaar er goede herinneringen aan.
Behalve zulke herinneringen neem ik nog iets anders mee. Op die Pinksterzondag in 2013 maakte iemand na de dienst een grapje: ‘je bent nu luttelgeestelijke geworden’. Daar kon ik wel om lachen. Sindsdien zit ‘luttelgeestelijke’ in m’n hoofd en duikt het af en toe op in mijn gedachten. Ik vind het wel een mooie typering voor de dominee van Luttelgeest. Immers, als dominee ben je een soort geestelijke. Het ambt van predikant kun je niet afleggen – je draagt het altijd met je mee. De toevoeging ‘luttel’ is tegelijkertijd een relativering. Luttel is klein – je hoort er het Engelse ‘little’ in. Ik hoor daarin: neem het ambt ook weer niet al te ernstig. Als predikant ben je altijd ook maar een gewoon mens.
Tijdens een van de etappes van mijn wandelproject bedacht ik: ik neem die ‘luttelgeestelijke’ mee. Ook al ben ik na mijn afscheid in strikte zin geen luttelgeestelijke meer, toch geloof ik dat ik dat jasje niet hoef uit te trekken. Ik ben van dat jasje gaan houden. Het houdt me met beide benen op de grond. Aards en nuchter. Dat hoort bij de polder.
Ik wens jullie alle goeds en Gods zegen toe!
Dirk van Keulen
Meer nieuws